In het Gelders Archief, Archief Staten van het Kwartier van Veluwe en hun gedeputeerden, invnr. 105-133, berusten de rekeningen van de ontvanger-generaal van genoemd kwartier. Hierin zijn zowel de inkomsten, zoals herenguldens, tijnzen, tollen enzovoorts, als de uitgaven, zoals aan ambtenaren, voor fortificaties, bureaukosten enzovoorts, te vinden. Vanaf 1593 was er een apart hoofdstuk voor de uitbetaalde premies voor ingeleverde dode of nog in leven zijnde wolven. Het laatste betrof bijna altijd welpen. Men leverde een of meerdere wolven in als bewijsstuk om de door de staten uitgeloofde premie te innen.
Waarom werd er premie betaald? Door de oorlogssituatie in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was de Veluwe tussen globaal 1582-1590 min of meer ontvolkt. Pas na de inname van Deventer en Zutphen (1590) keerde de rust weer. De plattelandsbewoners, die een veilig heenkomen hadden gezocht in de Veluwse steden, constateerden bij hun terugkeer dat de wolf terrein had gewonnen en overal huisde. Men sprak dan ook van een (Veluwse) wolvenplaag. Al snel greep de Overheid in en werden premies uitgeloofd om de hoeveelheid wolven terug te dringen. Uiteindelijk werd het dier uitgeroeid.
Tijdens de research voor het boek maakte ik een overzicht met daarin de namen van degenen die premie inden, de plek waar de wolf c.q. wolven geschoten, gevangen of gevonden werd, eventuele bijzonderheden en het premiebedrag.
