Mijn grootmoeder heette Neeltje van Ginkel en via haar vader, haar grootvader, haar overgrootvader enz. vond ik mijn verre voorvader Rutger Harmensz. van Ginkel.
Eén van zijn zonen, Jan Rutgers van Ginkel trouwde met Heiltje Evers van Groot Landaas. Hij ging wonen op de boerderij "Klein Kolfschoten". Zijn kinderen, kleinkinderen gaan verder onder de naam van Kolfschoten. Deze van Kolfschotens, de nakomelingen van Jan Rutgers van Ginkel worden beschreven in deel 1.
In deel 2 staat het verhaal van de overige kinderen van Rutger Harmensz. van Ginkel. Zij en hun nakomelingen bleven zich van Ginkel noemen. De familie is talrijk, Rutger zou verbaasd zijn geweest als hij had kunnen zien hoeveel nageslacht hij heeft gekregen, ondanks dat het nageslacht van zijn zonen Herman en Teunis al snel uitsterft in de mannelijke lijn.Maar de jongste zoon Thijs zorgt voor heel veel mannelijke nakomelingen. In deel 2 worden 11 generaties van Ginkel beschreven. Waar ruimte was, zijn doop of huwelijksacten bijgevoegd; soms gedeelten daarvan, waarop handtekeningen .En natuurlijk zijn ook gedeelten uit de doop, trouw en begraafboeken hier en daar bijgevoegd.