VOORWOORD
Hierbij treft u de geïnteresseerde lezer aan de transcriptie van het Kerckenboick ten Aenstoit (d.i. Otterlo) over de jaren 1557 1604, dat zich in originali bevindt onder Inv.nr. 351, Archief van de staten van de Veluwe, Rijksarchief Gelderland, met een omvang van ca. 165 pagina's, welke bundel ook enkele andere documenten met betrekking tot het Kerspel Otterlo bevatte, door ons meegenomen in deze transcriptie. Zie hiervoor de inhoudsopgave.
Met dank aan de heer R. van Amerongen, die op verzoek d.z.z. reeds een tiental jaren geleden de hand wist te leggen op een copie van het boek.
Waarom het Kerckeboick in de titel Ten Aanstoot heet en niet Otterlo, kan verklaard worden o.i. uit het feit, dat een reeks van eeuwen de naam van het Kerspel Otterlo, waar zich toch per slot van rekening de Kerk bevond, veelvuldig werd overschaduwd door de naam Aenstoot, alwaar zich een jachtslot van de Hertogen van Gelre indertijd bevond. Eigenaar daarvan was anno 1410 Reinoud IV, broeder van Hertog Willem van Gulik.
Otterlo zelf had echter de oudste rechten, die dan ook qua naam na ca. 1700 in ere werden hersteld. Immers is bekend, dat bij de Giftbrief (oorkonde) anno 836, Graaf Rodger aan de Kerk van St. Maarten te Utrecht, Utterloe (Otterlo) schonk en in een schenkingsacte van ene Folckerus (wsl. een geestelijke) werd anno 855 Otterlo genoemd Ottarloun in Felua".
Tenslotte vermeldt het Oorkondenboek (Drs. G. Muller) onder nr. 488, anno 1176, dat Boudewijn, Proost der Kerk van St. Marie te Utrecht, aan dit Kapittel de grove en smalle tienden van Otterlo schenkt, hem door Gerard van Ape, die deze in leen had, opgedragen voor het vieren van het jaargetijde van de Kanunnik Franco.
Helaas was het Archief van bedoeld kapittel, R.A.U., anno 1993, niet toegankelijk voor nader onderzoek van deze materie. Bijzonder jammer, mede omdat ook in dit Archief informatie ligt opgetast van de Midden-Veluwe en in het bijzonder van ons onderwerp (Otterlo) in deze.