Bibliotheek (digitaal)

Hattemse bronnen II: Verpachtingen van stadsdomeinen

Inleiding

De magistraat van Hattem verpachtte jaarlijks de accijnzen, belastingen zoals het weggeld en de stedelijke eigendommen alsmede het ambt van waagmeester aan de meest biedende. De pachters dienden meestal twee borgen te stellen. Ook verpachtte de magistraat voor meerdere jaren huizen, hoven, plaatsen, gronden en de wallen. Deels lagen deze op het terrein van de Tinne, een voormalig kasteel. De pachtperiode varieerde nogal. Meestal was dat drie jaar, maar in sommige gevallen wel achttien jaar. Met de pachters werden allerlei afspraken gemaakt, zoals het recht om op een hof of plaats een huis, stal enzovoorts te timmeren. Indien er gebouwd werd, gold de afspraak dat bij opzegging of expiratie van de pacht het getimmerde werd getaxeerd. De waarde werd dan uitbetaald. Ook waren er bepalingen over het onderhoud
van al bestaande gebouwen en/of huizen. Menige pacht werd na de expiratie verlengd.

Het register is waarschijnlijk later aangelegd, want de akten zijn niet geheel chronologisch ingeschreven. De transcriptie is een uitreksel van verpachtingen van de accijnzen en domeinen (A-K), daarna volgen de verpachtingen van een aantal landerijen (L-S) en tot slot die van de huizen, hoven enzovoorts (T). Borgen staan haakjes en de bedragen zijn in goudguldens en stuivers, dus 1-1 is een goudgulden en een stuiver. De afkorting hv betekent ‘zijn huisvrouw’.

Bron: Streekarchief Epe-Hattem-Heerde, Oud archief Hattem, invnr. 954.
 

Auteur
Evert de Jonge
Kast
Dig-007
Pagina's
15
Plaats
Hattem

 

Bekijk bestand

Op de hoogte blijven?

Schrijft u zich dan nu in en ontvang automatisch onze nieuwsbrief.

Top