M. Martens-Niemeijer. 1996. Fidder. Enschede. 299p.
De schrijfster begint met uit te leggen dat de naam Fidder misschien een spellingsvariant is van de naam Fyldel, dat dan weer in verband gebracht zou kunnen worden met het woord fideel en trouwhartig. De oudste Fidder's treden op in Elburg in de 18e eeuw. Dan gebruiken de drie zonen van Jan Aarts en Albertje Gerrits deze naam. Een zoon Willem blijft in Elburg, de twee andere Aart en Gerrit gaan naar Nunspeet. In begin 19e eeuw is Jan Fidder deurwaarder in Elburg. Zijn zegel toont ons een ossenkop, vergezeld van de letters J en F. Ik heb gezocht naar een afbeelding van dit zegel, maar heb het niet gevonden. Dit gegeven is toegevoegd aan het Wapenboek V.G.
Aardig is om in het eerste hoofdstuk de tijd waarin een generatie leefde, te schetsen. Zo komt o.m. voor generatie 1, de onrustig tijd van 1672, en voor generatie 7 de aardappelziekte in de 40-tiger jaren van de vorige eeuw aan de orde. De landarbeiders behorende tot deze generatie hadden daarmee te maken. Gelukkig was het rampzalige gevolg in Nederland minder dan bijv. in Ierland. Men was hier minder van de aardappel als voedselbron afhankelijk.
De familie zwermt uit en komt elders in Nederland (Overijssel en vooral ook Drente) en in de V.S. Het boek is verlucht met talloze afbeeldingen van advertenties, documenten en persoons- en familiefoto's. Verder worden krantenknipsel afgebeeld. Zo vinden wij een knipsel plus foto van het echtpaar Fidder-van Pijkeren, die hun 50-jarig huwelijksfeest vieren. Zij trouwden in 1934. En Lucas Fidder, een kortebaanschaatser klopte 'Friezen in hol van de leeuw'. Gemeentekaartjes uit de vorige eeuw van Elburg, Nunspeet, Borger en Anlo geven aan waar de activiteiten van de familie vooral geconcentreerd waren. Het boek wordt besloten met een namenindex. Het is een bijzonder aardig boek geworden.
Gaarne namens VG dank voor het present-exemplaar. ACZ.
