In het lijvige boekwerk van maar liefst 378 bladzijden gaat de auteur Albert Veldhuis, in op de ontstaansgeschiedenis van deze familie in al haar vertakkingen. Naast de Brummels in de USA en Duitsland worden vooral de Brummels uit Epe (Tongeren) en Oldebroek in de schijnwerper gezet. In de inleiding wordt duidelijk aangegeven hoe men zijn voorouders in de index van het boek kan terugvinden. De Oldebroeker tak begint met Lubbert Gerrits Brummel, geboren rond 1620, die voor het eerst in 1670 in het R.A. Oldebroek voorkomt. Rond dezelfde tijd, iets later, trouwt in Epe in 1673 Lambert Derx Brummel met Jantien Tonis. Zowel de Oldebroekse als de Eper tak groeit als kool en veel nakomelingen beroemen zich op hun achternaam Brummel. De Duitse Brummels komen rond 1845 voor in Pommeren (voormalig oostelijk deel van Pruisen, nu Polen en Rusland), Brandenburg, verder in Westphalen, Rheinland en Zuid-Duitsland (Donaueschingen). Het familiewapen bevat boven twee schaapscheerdersscharen en onder drie bramen (brummels). PvdB.
