Dit register is in twee delen gesplitst; hiervoor zijn verscheidene redenen. Het eerste deel van het register behandeld een leenboek dat loopt van 1466 tot ongeveer 1500. Het boek doet onsystematisch en onoverzichtelijk aan. Er wordt duidelijk een onderscheid gemaakt tussen leengoederen en tinsgoederen. De data zijn vermeld met heiligendagen. Het tweede deel van het register gaat van 1541 tot en met de 18e eeuw en omvat 7 delen. Het derde leenboek is verdwenen maar kon, dankzij een oud register, grotendeels gereconstrueerd worden.
Dit register is echter allerminst een kopie van het reeds bestaande, meer dan twee eeuwen oude register. Alle leenbrieven heb ik opnieuw doorgelezen en sommige leengoederen zijn nu gesplitst in twee of meer delen (Butselaar, Heintjeskamp, Nieborg, Ruwinkel, Wolfswinkel). Na 1541 worden alle goederen als leen behandeld, hoewel enkele lenen nog tinsplichtig zijn (Ebbenhorst, gedeelten van Glashorst en Groot Scherpenzeel). Indien in het eerste deel van dit register het heerwaad niet vermeld staat, is dit "20 olde grote konings toirnoissen".
Genealogie
Familiebetrekkingen heb ik steeds uitvoerig beschreven. Hierdoor zal het register wellicht ook bruikbaar zijn voor hen die zich met genealogie bezig houden.
J.W. van Maren
NB: Voor het genereren van een personenindex was het nodig de schrijfwijze van de geslachtnamen en/of patroniemen sterk te vereenvoudigen en vooral uniform te maken. Op dit punt wijkt deze transscriptie af van hetgeen de heer Van Maren op papier heeft gezet; echter inhoud en strekking is steeds dezelfde.