Dit is de transcriptie van het doopboek van de NDG van Elburg 1635 – 1727 (RBS 627). Als bron zijn de scans van Familysearch gebruikt die aanzienlijk beter zijn dan de gefotografeerde kopieën uit de jaren 70 van het Gelders Archief. Op deze scans is het opengeslagen origineel te zien met een linker en rechter pagina. In de transcriptie is de scan nummer daarom voorzien van "l" of "r". Het is opvallend dat veel namen die wat "moeilijker" zijn niet in het zoeksysteem van het Gelders Archief voorkomen.
Van 1635 tot 1644 zijn de dopen min of meer regelmatig genoteerd. Aan de manier van inschrijven is te zien dat dit achteraf gebeurde. In die tijd worden alleen het kind en de vader genoemd. Van 1644 tot 1654 zijn er meestal maar een paar inschrijvingen per jaar; meestal is per jaar 1 bladzijde gebruikt. In die tijd staat daar Ds. Theodorus Wijntgens die praktisch geen aantekeningen maakt. In de aantekeningen van 1644 schrijft Ds. Hilarius dat door onachtzaamheid geen aantekeningen gemaakt zijn, maar dat hij geprobeerd heeft de dopen van 1644 tot 1653 aan te tekenen. In 1653 maakt hij een begin met nieuwe aantekeningen, dan wordt ook de moeder genoemd. Na 1654 is er weer meer regelmaat.
In 1663 verschijnt een nieuwe schrijver (Lubbertus Fabritius). In 1708 is er een slordige schrijver. Dit resulteert in niet ingevulde namen, geschatte datums e.d.. Een aantal keren wordt de achternaam van de vrouw "etc." ,"in het laatst van Novemb." of "begin Decemb.". In 1711 verschijnt weer een nieuwe schrijver met keurige krullende letters, waarschijnlijk Ds. Lobe. De gregoriaanse tijdrekening gaat in Elburg in op zondag 30-06-1700. Dat datum wordt dan maandag 12-07-1700.
Apeldoorn 2021
Peter van der Lee